Tja, ik ben wel gebleven, maar vooral uit nieuwsgierigheid naar de manier waarop Tartuffe en De Vrek aangepakt zouden worden. Eigenlijk was het toch flauwekul allemaal, met die voortdurende sneeuw en die dikzak die haast alleen maar loze, rijmende kreten over de liefde braakte. Onzinteksten over vernedering en zinloosheid. Tekstueel had het de diepgang van een platbodem en visueel was het met al dat gesneeuw al gauw niet interessant meer. Is dit een verkenning naar het wezen van het oeuvre van de grote Franse toneeldichter? Nee, de angel is eruit gehaald, ondanks alle pretentieuze rimram in de begeleidende programmateksten. Wel veel lof voor de acteurs die dit huzarenstukje tot een goed einde moesten brengen. Voor de hoofdrol vooral natuurlijk maar bijvoorbeeld ook voor die lelijke vrouw die in alle toonaarden over dat meisje uit Piraeus zong (waarom eigenlijk?). Ik ben er nog niet helemaal uit, maar het was gewoon niet goed, zoveel is al wel zeker. En nou maar weer eens een echt goeie Tartuffe graag!
Richard III, van beroep schurk, tiran, machtswellusteling - afijn, we kennen ‘m. In de Arabische wereld kennen ze die types ook wel, president heten ze daar. Het koloniaal verleden zit nog in het geheugen dus al die Engelse namen worden misschien daarmee geassocieerd. En de Amerikaan intervenieert vanop de achtergrond het hele boeltje de soep in.
Via satelliet-televisie kijkt de wereld mee naar alle machinaties - en smult! Want een heerlijke voorstelling is het, aan alle kanten. Spel, decor (prachtige transparante spiegelwand), attribuutjes (dat damestasje!), tekstbehandeling (hoewel, dat Arabisch - nou ja, tenminste léék het prima) - wat heb je als verwend westers consumentje nog meer nodig? Vaart, humor, inhoud, alles was er wel. En jaloezie, want kán dat bij ons nog, artistiek verantwoord regiempje pesten op het toneel?
Luc Perceval maakte vroeger prachtige voorstelling als De Meeuw, Strange Interlude & Wilde Lea. Nu heeft hij een erg Duitse voorstelling gemaakt met twee ideeen, nee drie: sneeuw (de hele tijd), boxen en microfoons en tekstverknipping. Op het laatste punt gaat het mis: deze collage is op inhoudelijk niveau armzalig. Wel is muziek en beeld mooi en is die bolle, masturberende acteur een beeld om niet te vergeten. Al zou je het willen.
Haal de intrige uit vier komedies van Molière, schrap flink in de dialogen, vertaal wat over blijft in het Duits, en zet het op rijm. Laat het ondertussen voortdurend sneeuwen. Wat krijg je dan? Het levensverhaal van een man die op zoek naar liefde tot zijn laatste snik eigenwijs en halsstarrig blijft betogen dat die alleen te vinden is in seks. Het eerste uur is behoorlijk weerbarstig maar op den duur gaat de voorstelling steeds meer intrigeren. Zelfs vermaken. Ondanks de voortdurend zwarte ondertoon. Wat heb ik overigens geleerd behalve dat liefde niks anders is dan neuken, neuken en nog eens neuken? Dat turen naar vallende sneeuw niet goed voor je is. Het golven van de sneeuwlaag op het podium zou je nog aan de whisky van gisteravond kunnen toeschrijven. Maar een heel podium dat op en neer deint, dat is nogal verontrustend. Gelukkig is het bizarre effect van de sneeuw hèt gespreksonderwerp in de pauze en blijkt het dus niet aan mij te liggen. Ik doe na afloop natuurlijk gewoon mee met de extra lange staande ovatie. Dat spreekt voor zich. Want na de berichten dat ze massaal wegliepen in de pauze willen we wel even laten merken dat ze er daar in Berlijn helemaal niets van hebben begrepen.
Ik vond dit een zeer matig stuk.
Er is kennelijk iets mis met mij, want ik lees hier en op de recensiemuur in het theater vooral veel lovends met name over het acteren, maar ik vond het acteren juist erg tegenvallen.
Ik vond Katja Herbers mooi en Jappe Claes vaak goed, maar ook vaak niet, maar verder, mwah.
Er was iemand met zo’n vervelende saaie eentonige stem en dat is dan een Naam? (Blij dat het de mijne niet is).
Gewei voor Katja en voor haar lef (o.a. het rennen en in de schuim duiken) en het decor. Dat vond ik grandioos.
Er was wel af en toe een mooi moment tussen 2 acteurs of een mooie scene, maar het was vooral zo erg Toneel. Weinig geloofwaardig.
Wat wèl erg leuk was, was het feestje na afloop (laatste voorstelling) met lekkere hapjes en acteurs die Bob Dylan zongen en harmonica speelden, met als hoogtepunt Rick de Leeuw, die gedeeltelijk a capella en zonder microfoon ‘Just like a woman’ in de Nederlandse vertaling zong.
Uiteindelijk dus toch een mooie avond.
Gisteravond naar Karin Bloemen geweest. Wat een overgang ten opzichte van haar eerdere shows. Ze zou haar zelf mieten zien. Het isverstandig van haar geweest dat ze het zonder pauze opvoert, anders waren er geen bezoekers meer geweest. Rond ons hebben we zeker 3 mensen zien liggen slapen. Echt een drama. Na haar overgang komt haar pensioenering.
Prachtig, prachtig, prachtig.
Het ziet er om te beginnen prachtig uit. De eenzame weg van het speelvlak is niet alleen een weg maar is ook een landschap en een villa en alle andere dingen die je er maar in wil zien. Door de belichting lijken de acteurs soms te zweven tegen die donkere achterwand, dat maakt het heel bijzonder en het golvende vlak zorgt er ook voor dat de acteurs letterlijk lopen te zwoegen op hun rol.
De tekst is prachtig en dan interesseert het me eigenlijk helemaal niet hoeveel er van Schnitzler is en hoeveel van Kleijn en/of Boermans.
En de acteurs zijn natuurlijk prachtig, maar inderdaad: wat wil je met die namen. Ik ga niemand noemen want ze waren allemaal geweldig. Die ene tomaat is vanwege de slechte verstaanbaarheid af en toe. Ik weet niet of het aan de akoustiek lag, aan de enorme hoeveelheid tekst, aan het af en toe te hoge tempo of aan het stemgebruik van vooral Jappe Claes en Gene Bervoets maar soms verstond ik hen gewoon niet. En dat is jammer want van deze tekst wilde ik eigenlijk niks missen.
En inderdaad: de toevoeging “een stuk over de BabyBoomGeneratie” is overdreven en ook niet echt waar. Maar verder is het prachtig!
Hell: Emio Greco en Pieter Scholten.
Dansers: Sawami Fukuoka, Nicola Monaco, Suzan Tunca, Ty Boomershine, Vincent Colomes, Marie Sinnaeve, Marta Lopes.
Ik heb deze voorstelling zaterdag 10 maart om 20:30 in de Friesland Bank zaal in de Harmonie in Leeuwarden. Het is moderne dans gestoeld op de klassieke school maar uitgegroeid tot een compleet eigen danstaal ontwikkeld door Emio Greco en Pieter Scholten.
Er is geen ruimte voor improvisatie, omdat de patronen daarvoor te ingewikkeld zijn en de dansers teveel op elkaar inspelen. Het is een beeldende dansvoorstelling.
Het decor bestaat uit links op het toneel een dode boom en rechts een lichtgevend poortje. Verder nemen de dansers bij hun opkomst ieder een muzieklessenaar mee.
Er zijn twee soorten kostuums. Bij de inleiding dragen ze zwarte katoenen jurken, en de rest van de voorstelling ‘Vintage’. De muziek heeft een hele grote rol in deze voorstelling. De dans volgt de muziek, hoewel de muziek natuurlijk wel is gecombineerd met de dans.
Hier een stukje gequoted van de egpc website.
HELL
De afgelopen jaren hebben Emio Greco en Pieter C. Scholten hun aandacht gericht op de relatie tussen hun specifieke danstaal met theater, opera en hedendaagse muziek. Met een vanuit die ervaringen hernieuwde visie, leggen zij in HELL voor het eerst sinds Rimasto Orfano (2002) weer het accent op de taal van het lichaam. Zo keren zij terug naar het vertrekpunt van hun samenwerking, echter zonder de verwachting de zaken nog in dezelfde staat aan te treffen.
In HELL graven zij diep in de verschillende lagen van de dans, onderzoeken zij de componenten van verschillende dansvormen en bekijken zij hoe deze gelezen en gedecodeerd kunnen worden. Een zoektocht om de grenzen van de fysieke identiteit te verleggen en het onvoorspelbare lichaam van haar ketenen te ontdoen.
In het creatieve proces worden de bestaande connotaties en associaties van het thema hel opengebroken, afgebroken en vervolgens in een nieuwe betekenis weer opgebouwd. Greco en Scholten vinden inspiratie in de beeldende kunsten, muziek en literatuur, meer specifiek in Dante’s Inferno en het allegro con brio uit Beethoven’s Vijfde. Door het perspectief op het bestaande historische gedachtegoed te kantelen, ontstaan nieuwe ingangen in existentiële kwesties.
Ik vond dit een mooie voorstelling, omdat er zoveel afwisseling in zit. Het begint met disco en wordt daarna heel kalm, alsof de dansers berusten in hun lot. Dat wordt opgevolgd door de vijfde van Beethoven, en vervolgens komt er een doodse stilte. Het was de vierde voorstelling van deze groep die ik zie, en tot nu toe de beste, ookal komt ‘Double Points: Bertha’ er heel dicht in de buurt.
Ik bn naar de Brandgrens geweest (omdat het moest van school) Ik vond deze voorstelling aan de ene kant best wel geslaagd, maar aan de andere kant vind ik dat een toneelvoorstelling niet té serieus moet zijn en er alleen moer zijn voor de lol. dus de boodschap die LEF hiermee over wilde brengen, heb ik aan me voorbij laten gaan.
Wow, wat een superavond. Bomvolle Amsterdamse Stadsschouwburg, weinig inside theaterpubliek, en iedereen leek fris en geinteresseerd. De actrice Fiona Shaw – ze heeft in deze voorstelling een tegenspeler, maar de tekst is zo goed als een monoloog – was op voorschrift van Beckett in het eerste deel tot aan haar middel ingegraven en na de pauze tot aan haar hals. Zowel voor personage als voor de vertolkster natuurlijk geen riante positie. Maar de vraag hoe je met deze perspectieven een hedendaags publiek iets kan vertellen, is volledig beantwoord. Deze ´Winnie´ is een intelligente, ietwat mondaine vrouw, die ondanks haar uitzichtloze toestand stevig greep houdt op haar enige verlichting: innemend geestig kapselt ze haar ellende in met humor. Beckett associeerde ik altijd met monotome artistieke metafisica, en dat was hier natuurlijk ook weer het gegeven, maar deze vrouw deed aan een uitbundige lente denken. Een lente bijvoorbeeld in een eigentijdse, arcadische wereldstad als Londen of Amsterdam, waar het klimaat letterlijk en figuurlijk steeds milder wordt, terwijl zich allerlei voortekenen opstapelen waar we ook heel bang van zouden kunnen worden.