Misschien is het een kwestie van smaak.
Misschien was het omdat ik het boek en de film geweldig vind (en dan zijn bewerkingen altijd een tegenvaller)
Misschien was het omdat ik eigenlijk koorts had.
Maar ik was niet onder de indruk.
Vond het jammer dat het thematisch heel erg verschilt met de film en het boek, vond het een veelgezien effect.. een meisje in ondergoed onder de rode verf.
Vond er geen drijging vanuitgaan. Wie als bende lid een zwangere operazangeres heeft en een vrouw in een glitterjurk is niet angstaanjagend. En straat taal in het nederlands klinkt toch niet zo mooi als engels.
Helaas. (ik zou het anders gedaan hebben..)
Maar misschien is het ook een kwestie van smaak.
De eind monoloog was indrukwekkend, mooie beeldspraak (jammer van het eeuwige gezeik op de huidige politiek)
en zo veel liter water blijft indrukwekkend maar daar red je het niet mee.
Ik hou gewoon meer van intermenselijk theater.
en niet van een zoeklicht op de zaal.
Ns hun absolute meesterwerk “Hangplek” teren de heren van Nuhr hier toch teveel op vind ik. “Over de top” vond ik al meer van hetzelfde en minder van kwaliteit. Afgelopen zaterdag 2 juni naar Kleine Komedie geweest om “Natuurlijke selectie” te zien. Viel me tegen. Begrijp me goed, het was niet slecht, het best leuke avond gehad, maar de mannen van Nuhr moeten nu toch echt eens gaan vernieuwen hoor.
De openingsvoorstelling van de Schouwburg Almere en nog wel door de Dogtroep. Het gebouw zelf, Almere en de bewoners staan centraal. Als toeschouwer zou je een actieve rol kunnen vervullen.
Het begint allemaal in de laadruimte van de Schouwburg, waar je na een poos gewacht te hebben naar de grote zaal wordt geleid, een Sari in je handen krijgt die op allerlei manier op hoofden, schouders en om heupen gewikkeld worden. Hier gaat het licht aan en zien we een prachtig decor op de stoelen van de grote zaal. Een man trommelt wat en het licht gaat uit. We worden verzocht naar de andere zaal te lopen, waar een man ons over de naam Almere vertelt en zegt dat Almere kan gaan leven als we geduld hebben, de kunst gaat leven en het verleden loslaten. Het achterdoek gaat open, prachtig uitzicht, mensen lopen voorbij, leuk maar waarom?
Terug naar de grote zaal, waar je actief kan deelnemen door touwtje te gaan springen. Hierna een wandeling door het gebouw (wat zowel schouwburg als amateurkunstengebouw is). In de garderobe wordt een brug gebouwd, verderop klarinetisten, een Sari wikkel cursus, een prachtige groene gang met blazers (gewei!). Een Sari polonaise, een zingende man in een gat, een steentjesverplaatsende vrouw en als afsluiting een vrouwenkoor en nogmaals de blazers. De sari’s moeten weer ingeleverd worden, wat erg jammer is, weg is de magie. Maar het is pauze, met water en een chocoladefontein!
Het tweede deel speelt zich buiten op het water af. Dit is het echte Dogtroep gedeelte en maakt de amateuristische sfeer van het voorgaande allemaal goed. Een man op een zinkende vuilnisbelt, en lichtende tent met een erg snel zwemmende vrouw, een halfnaakte man in een waterauto en een goed zingende vrouw in een drijvende badkamer. Allemaal een apart verhaal, die samen komen. Lachwekkend, interessant, verrassend, mooi, typisch Dogtroep? Als je de zoektocht naar betekenis loslaad is alles even prachtig. Als afsluiting komt het gebouw tot leven door projecties en allerlei acts in, op en rond het gebouw.
De tomaat is voor het eerste gedeelte en zeker voor de grote zaal, waar alleen het licht aan en uit gaat. Het tweede deel zit technisch verbazend goed in elkaar. Al met al een goede voorstelling waar je op een mooie avond erg van kan genieten. Als je nog een kaartje weet te krijgen en komt kijken let dan ook op de miljoenen beestjes en vliegjes op en boven het water, ze speelden voor mij een erg mooie bijrol.
De eerste voorstelling van deze Dans-Theater groep uit Rotterdam. Een voorstelling over de verhalen achter de mensen in de massa, die je passeert. De mensen van wie je je afvraagt waar ze heen gaan, waar ze aan denken, op wie ze wachten.
Zowel de dans als de tekst is erg sterk. Wel blijven het twee losse elementen in plaats van een geheel. Wat mij betreft had de voorstelling ook langer mogen duren. Ineens was het al afgelopen, terwijl ik van veel van de verhaallijnen nog wel meer had willen weten. Goed teken, dat je als de voorstelling is afgelopen nog meer wil. Ik zal dan ook zeker bij de tweede voorstelling van Danther zijn!
Voor hun lustrum speelde het Leidse Triade deze musical van broadway. Veel decor, dat allemaal mooi was, maar door de vele wisselingen was er niet veel vaart in de voorstelling. De aankleding was overigens erg goed gedaan. Evenals de zang! Erg indrukwekkend! Voor de dans gold dan weer precies het tegenovergestelde, dat hadden ze beter kunnen laten zitten… Goede zangers zijn niet per sé goede dansers. Het evenwicht tussen de twee werelden (1 van de schrijver, en 1 van zijn geschreven film) was sterk en waar meestal bij dit soort opzetten alle aandacht maar naar eentje toe gaat, bleven ze hier allebei interessant.
Een cabaretmeneer preekt steeds overbodiger door een toch al niet zo boeiende vertelling over leven in het ooit zo prachtig vreedzame Andalucië - voorbeeld voor ons, stoethaspelende lomperiken van nu - en beide delen belemmeren de prima liedjesvoorstelling die er ook van gemaakt had kunnen worden…
Het ene, zuinige gewei is dus voor de beide topzangeressen, hun muzikale begeleiding en hun tekstschrijvers. En voor het decor. En de jurken.
Mijn zuinigheid bij het gewei-uitdelen hangt simpel samen met de prijs die ik, lompe gevoelloze hollander, voor het kaartje moest betalen.
De tomaten zijn voor Ruut Weissman (idee en regie), die zijn idee niet ver genoeg uitwerkte en daardoor niemand écht goed tot zijn/haar recht liet komen. Ontzettend jammer, want ik denk dat het best had gekund.
Werkelijk fantastisch!
Tot in de puntjes uitgewerkt, alles klopte.
Geen moment duurde te lang, of te kort.
Zalig gevoel en mijn dag kon niet meer stuk!
Dries, bedankt voor het poffertje :)
De voorstelling speelt zich af in een hotel. Iedere bezoeker krijgt een eigen kamertje met een bed en een spiegel aan het plafond. Er wordt een papier onder de deur geschoven met een aantal vragen: wat ik vanochtend gegeten heb, of ik iets gemist heb vandaag, wat ik gedroomd heb. De poëzie van het stuk zet zich in. Het formulier wordt teruggeschoven met in het rood een vraag om mijn antwoord toe te lichten. Dat doe ik. Aan de andere kant staat een onbekende die ik niet kan zien. Het voelt geruststellend. Als het plafond plotseling omhooggaat en ik de anderen in hun kamer zie liggen, is dat ontroerend. En het is bijna niet uit te leggen waarom. Dat is het knappe van deze voorstelling: het lijkt bijna te simpel wat hij doet. Het hotel is een doeltreffende constructie en de handelingen, teksten, muziekkeuzes zijn goed gekozen. Zonder teveel uit te leggen. Tegen het einde wordt gezegd: in het feit dat iedereen alleen is, zit een ongelooflijke schoonheid. Dat laat Verhoeven zien. En tegelijkertijd troost hij je door een deken over je heen te leggen, je naam te roepen en je nachtlichtje aan te doen. Zolang je gezien en gehoord wordt, besta je en ben je toch niet helemaal alleen. Een zeer inspirerende en ontroerende voorstelling.
Jaren twintig vorige eeuw, ongeschoolde arbeider en studerende rijkeluisdochter? Hmm. En dan ook nog een groteske stijl? Toch gegaan. En daar heb ik geen spijt van. Al in de eerste van de acht scenes, bij het duet voor stem en trombone, ben ik om. Want het blijkt een strak geensceneerde voorstelling met een verbluffend mooie balans tussen muziek en acteren. De beste van de vijf regies van Arie de Mol die ik heb gezien. De muziek van Frank van Berkel en zijn mannen overtuigt, en de vertaling van Rob Klinkenberg is actueel en heel smakelijk. De inhoud? Nee dat doe ik niet. Nou goed dan, een tipje van de sluier. Een mager nufje van het eersteklasdek wil perse naar het benedendek, naar de machinekamer, waar stoere stoker haar diep in de ogen kijkt. Ze valt flauw. Ook stoere stoker raakt uit zijn evenwicht. Medestokers porren het vuurtje op, ze vertellen hem dat ze hem een harige aap noemde. Woest verlaat hij het schip, zijn natuurlijke habitat. Dure winkelstraat, gevangenis, vakbond, nergens is hij op zijn plaats. Wat blijft er nog over? Zou er dan niemand zijn die hem begrijpt? Hij denkt van wel. Wie dat is, ga ik natuurlijk niet verklappen. Maar als je het nieuws de laatste weken een beetje hebt gevolgd, moet je wel een vermoeden krijgen.
Mini en Maxi die ik 5 jaar geleden heb gezien in een wervelende show van fysiek theater.
Jos Thie die dit jaar een prachtige regie van “Ajax” heeft gedaan bij het Noord Nederlands Toneel en daarnaast met zijn regie van de popmusical “Doe Maar” een groot succes boekte. En Neil Simon de schrijver die nog steeds veel gespeeld wordt met zijn komische toneelstukken. Mijn verwachtingen waren hoog gespannen.
Het stuk gaat over twee wat verbitterde oude mannen die ooit een succesvol komische duo hebben gevormd samen en nu vanwege een eenmalige comeback weer aan de slag gaan met elkaar, in principe een leuk gegeven om te laten spelen door het duo Mini en Maxi. Daarnaast waren er nog twee rollen, van Sander Commandeur, die speelde de neef van één van het duo, die vanwege zijn werk bij de televisie het duo samen moet brengen. En Tamara Shoppert die de twee vrouwelijke bijrollen voor haar rekening neemt. Deze twee jongere acteurs zijn niet zo sterk, zeker in vergelijking met de ouwe rotten Mini en Maxi, acteurs die hun lichaamstaal prima gebruiken. De twee jongelingen zijn meer op de tekst gericht en krampachtig opzoek naar de lach van het publiek. Mini en Maxi echter ook maar minder opvallend; het lijkt bij hun allemaal vanzelf te gaan. Deze twee mannen beschikken over een geweldige timing.
De grappen waren voorspelbaar. Een zuster met een zeer appetijtelijk lichaam die bukt omdat de dokter expres iets laat vallen, een deur die alsmaar niet opeen gaat en waar iedereen tegenaan loopt, een ruzie over welk geluid er vroeger in een act gebruikt werd, de één die de ander koude koffie inschenkt en de ander die vervolgens niets wil laten merken. Al konden deze scènes’s bij het publiek een gulle lach los krijgen. Het begon daardoor naar mijn mening meer op een oubollige klucht te lijken…
Er is niet of nauwelijks geprobeerd om het stuk interessant te maken. Deze avond had in de jaren 70 precies zo opgevoerd kunnen worden. Het is jammer dat er niets gedaan is met het stuk van Neil Simon. Het stuk begint met twee oude mopperige komieken en eindigt met twee oude mopperig komieken. Er zitten niet of nauwelijks een ontwikkeling in de personages.
Deze Sunshine boys straalden niet.