Na haar succes als Edith Piaf in 1999 is Liesbeth List op veler verzoek teruggekeerd als de Franse chansonniere. In een nieuwe bewerking van de musical spookt de oude Piaf (List) door de herinneringen van haar roerige jeugd in Parijs. Hoe ze is ontdekt, hoe haar carrière is ontstaan. Er is veel gebeurd in de jeugd van Edith maar er worden slechts schetsen van deze periode getoond. Dit wordt goed gemaakt door de oude Edith. Als een demente vrouw loopt ze steeds door het beeld en wij zien aan haar houding en blik wat zij werkelijk vindt van haar keuzes en levensloop. Wel zijn jong en oud groot gebekt. Een karaktertrekje van Edith dat onuitwisbaar is. Net als haar kenmerkende loop, wijdbeens en iets hobbelend. Af en toe heeft de oude Edith een solo binnen het ‘repertoire’ van de jonge Edith. Op momenten dat een herinnering haar echt raakt of zelfs tijdens de herinnering van een theatershow. Na de pauze zijn de rollen als het ware omgedraaid. De oude Edith ‘leeft’ en de jonge Edith komt in haar herinnering voor. Al zingend horen wij van beide Edith’s wat zij nou vinden. Hoe bepaalde keuzes hun leven hebben beïnvloed. In het tweede deel van de voorstelling zorgt dit voor enige verwarring. Kijkt de jonge Edith vooruit, kijkt de oude terug en zien we de jonge Edith alleen in haar herinneringen of is Edith door de drank en drugs mentaal aan het aftakelen? Vragen die onbeantwoord blijven maar als je achterover gaat zitten en ervan kunt genieten dat beide Edith’s in duet uitbarsten is het een vermakelijk avondje theater. Vooral de grofgebektheid van Edith wekt de verontwaardiging van het publiek. Als er een seksscene op onverhulde wijze getoond worden is er weinig reactie. Dit wekt mijn interesse, met wat voor een publiek heb ik hier te maken? Toch allemaal wel mensen uit Den Bosch en omgeving? Die zouden toch gewend moeten zijn aan het woord “kut”? Het decor is eenvoudig maar werkt zeer goed, de scènes en daarmee ook de settings wisselen snel. Een concertzaal bestaat uit rode doek met een microfoon ervoor. Een café heeft twee tafels en wat stoelen, het appartement van Piaf in Parijs is een chaise longue met een gedrapeerd gordijn en een tafeltje. De Parijze straten bestaan uit een backdrop, van achteren verlicht en door drie verschillende kaptafels komen we samen met Edith in drie verschillende kleedkamers. Kortom het werkt. Ik kom uit het theater met zowel vragen over de vorm als vragen over het publiek. Wel kan ik met zekerheid zeggen dat List schitterde, eveneens haar evenbeeld Daphne Flint als de jongere Edith. En het eenvoudige doch doordachte decor werkte goed voor een snelle afwisseling van de settings van het leven van Piaf. Ook de band, een Frans combo, maakte de voorstelling levend, accordeon en klarinet zijn beduidend aanwezig en worden ondersteund door de piano. Voor Piaf of List fans een must see, voor anderen: ook!
Bloody f**king hell wat een draak! En wat een schok! Om op zo'n manier, zo slap zo'n mooie historie af te sluiten. Een tomaat voor Loes Havekort die geen degelijke Shakespeareclaus uit haar mond lijkt te krijgen -of moet die tomaat dan naar Theu B omdat hij haar niet zover heeft kunnen krijgen? Theu Boermans, de man die erom bekénd staat een briljante tekstregie te voeren! Een tomaat voor de inspiratieloze in vulling van het door Shakespeare wel wat lastige einde van het stuk, maar dan juist verwacht ik van zo'n groot regisseur een groots einde! Een tomaat voor de overall slappe wijze waarop het Compagnietheater hiermee afscheid lijkt te nemen, en vooruit, een (half) gewei voor Bokma die het stuk toch omhoogtilt als hij voor het eerst opkomt. Al moet gezegd dat hij uiteindelijk ook meegaat in de vermoerassisering van dit stuk. Jammer...
Je verzamelt in een cafeetje, waar je in plaats van een kaartje een oude koffer krijgt, met daaraan een label met een tijd en een plaats. Mooi beeld, al die mensen met koffers door de straten te zien lopen. Nu hadden wij alleen de pech dat we op een locatie startte waar geen acteur aanwezig was, waardoor de voorstelling dus eigenlijk pas veel later begon, en we er eigenlijk niet meer in zijn gekomen. De andere bezoekers begonnen al met een band met 1 van de 4 rollen. Je loopt op een gegeven moment naar een locatie waar een kerstengel een bel luidt, en waar je een maaltijd nuttigt. Dit is het laatste avondmaal van de vier rollen waar het om gaat. Vanaf dan begint de voorstelling echt, en komen de geweien en de tomaten. Een gewei voor de acteurs, die eigenlijk boven verwachting goed spelen. En een gewei voor de tekst waar echt hele mooie stukken in zaten, ook met een goede gedachte. Alleen was het geheel een beetje rommelig, kwamen de teksten een beetje uit het niets, waren de verhaallijnen een beetje te ad hoc, en alles een beetje te geforceerd aan elkaar verbonden. Het zag er uit alsof iedereen een ander idee had over de voorstelling, en er uiteindelijk een compromis is gekozen, in plaats van 1 idee geheel doorvoeren. Te veel ideeen in te weinig tijd. Vandaar de tomaten. En dat is jammer, juist ook doordat die geweien wel verdiend zijn. Ik moet ook het laatste gewei niet vergeten, voor hun gevoel voor humor, want er zaten echt grappige momenten tussen.
Prachtige voorstelling al zeg ik het zelf. Mooie combinatie tussen spel, opera en muziek. Geweldige zangers en prima acteerwerk van Jeroen Spitzenberger, Aniek Pheiffer en Antionette Jelgersma (ook al is dat wel een miscast vanwege haar leeftijd, het vriendinnetje van Spitzenberger, kom op!). Pheiffer zet een Carmen vol vuur en passie neer en Spitzenberger is gewoon geweldig als Don José. Ook de stierenvechter is hillarisch. Tomaat omdat dit eigenlijk geen jeugdvoorstelling is voor 9+. Daar zijn de liedjes te lang voor en het verhaal opzich is ook niet echt een 9+ verhaal. Toch zeker een kijkje waard, want 3 opzich prachtige kunstvormen en dan samengesmolten in één voorstelling: Dat is het prachtigste vuurwerk wat je maar krijgen kan.
In een heel klein huisje, waar je je nauwelijks kunt bewegen, krijgen de spelers van Bambie het voor elkaar ons een scala aan scenes voor te schotelen die alles te maken hebben met (soms vertraagde) beweging. Na een wel erg traag begin wordt er geflirt en gevochten, er wordt bij herhaling uit het raam gesprongen, waarna er gewoon weer gedanst wordt en Maigret een oui of non wil horen. Bij tijd en wijle hilarisch en met zoveel details dat je het vaker zou moeten zien om echt alles gezien te hebben.
Alles is goed hoor, behalve de vrijblijvende regie. Deze voorstelling wordt gespeeld in een slapkomische stijl en het is niet duidelijk of dat de bedoeling is. De herten springen braaf rond (een geweitje voor het Vietnamese hert!), maar trekken ook sesamstraatgezichten naar het publiek. De hoofdpersonen, Willem de Wolf en Maureen Teeuwen (ze noemen elkaar bij de naam) mompelen geinige teksten over huilen en elkaar verliezen. Willem en Maureen spelen de twee laatste mensen op aarde. Ze hebben in die hoedanigheid kennelijk wél een zaal met publiek, want ze praten regelmatig tegen ons en doen helemaal niet hun best ons te laten geloven dat wij een fictieve zaal zijn. Het lijkt erop dat we zogenaamd niet letterlijk aanwezig zijn, maar wél alles luidruchtig goed moeten vinden. De herten kijken ons ook al verwachtingsvol aan. ‘Schmieren’ was denk ik een betere titel geweest. Zelfs de vormgeving schmiert. De stenen uit de muur zijn opeens gewoon lekker van piepschuim en we mogen de nummers op de achterkant gerust zien, een zogenaamde zware vloertegel wordt zomaar lollig gebruikt als papier, aan de geweien van herten zitten stukken plastic omdat de wereld bijna vergaan is en niets rest dan vuilnis en dat mogen wij gedurende het stuk niet vergeten, en de schedel met diamanten hoef ik niet uit te leggen. Wij worden als publiek openlijk voor gek gehouden. Wij denken dat we naar een serieus stuk kijken, maar dat is helemaal niet zo. Wil de regisseur het daarover hebben? Over het feit dat wij achterlijk zijn? Dat je ons alles moet uitleggen en ons moet vermaken omdat we ons anders vervelen? Zijn wij op weg naar het einde en verdienen we daarvoor straf? Zijn wij misschien decadent? Wil de regisseur dat ontmantelen? Misschien moet ze de volgende dan niet zo halfslachtig de lolbroek uithangen. Dat vinden wij te moeilijk, verwarrend, snappen we niet. Scheld ons maar gewoon uit.
Eigenlijk zou ik de minirecensie van Jeanine (08/12/08) goeddeels kunnen kopiëren. Want Paul Gallis heeft er inderdaad iets prachtigs van gemaakt. En Jacqueline Blom acteert prachtig in veelvoud. Maar bovendien vond ik ook nog de Woyzeck van Rogier Philipoom echt ontroerend en hebben in mijn ogen Gerardjan Rijnders ( Janine Brogt) het gepresteerd om van een ouderwets schematisch toneelstuk een aansprekend verhaal voor nu te maken.
Klasse.
Geweldige voorstelling. Zee van tekst vanuit de tenen gespeeld (beide spelers) en van begin tot end puntje-van-de-stoel-boeiend mede door razendsnelle schakelingen en navenante kleurrijkheid. Jammer dat subsidieperikelen een einde maken aan Alex d’Electrique; maar gelukkig vindt de crew zijn weg wel weer. Dat, volgens een vorige criticaster, Ko had moeten spelen en niet Frank, is naar mijn mening onzin; LEX moet geheel vrij zijn van ‘intellectueel’ spel en naar mijn mening is Frank Lammers daar beter in dan den Schrijver Zelve.
Zeer gemengde gevoelens. Aan de ene kant: wat een mislukt middelbareschoolgedoe. Eerst al die tot vervelens toe geblèrde liederen en later bijvoorbeeld die scene tussen kus en monoloog. Echt strontvervelend. Het publiek (opvallend veel jongeren) lachte zich geheel ongans. Hoe meer er gekotst, gescheten en geboerd werd, hoe leuker men het vond. Aan de andere kant: Halina en Hans: volmondig ja. Halina, prachtig sterk en toch heel kwetsbaar. Jammer van die voetbalsupporter-entourage.
Ik had Woyzeck nog nooit gezien, dus ik was blij dat het er nu eindelijk van kwam. Het is een vreselijk stuk, maar wat een móóie voorstelling heeft het RO theater er van gemaakt! Het begint al met het multifunctionele baldakijn dat voor een geheimzinnig sfeer zorgt: een extra gewei voor Paul Gallis. Het verhaal is niet echt navoelbaar en Gerardjan Rijnders maakt het extra vervreemdend en dus nog minder aantrekkelijk. De Woyzeck van Rogier Philipoom is een goedzak, maar wel sneu en een beetje eng. De meeste indruk maakt Jacqueline Blom, zij zet een paar hele bijzondere types neer.