minirecensies

minirecensies

Gezien Koninklijke Schouwburg Den Haag. Een leuke maar erg lange voorstelling die toch blijft boeien. Met veel acteurs op het toneel en in het tweede bedrijf veel deuren. Die een beetje aan het ‘theater van de lach deden denken’ Verder was er weinig te lachen aan deze voorstelling. Het waren veel woorden.

SdH gezien 11/04/2007

Ik vond deze voorstelling briljant.
Dit is wat ik zag: een weergave van onze tijd, in een super-originele setting. Theater van NU (met als onderwerp NU) in een klassieke vorm, maar dan een beetje anders.
Ik weet niet voldoende van Griekse tragedies, ik heb er maar een paar gelezen in mijn leven.
Volgens mij is de rol van het koor in de klassieke Griekse tragedie commentaar leveren, waarschuwen, lamenteren ed. Ze zien alles, ze kunnen niets doen.
Het koor in deze tragedie doet het niet meer, ze kunnen er niet meer tegen. Alle ellende.
Ik, Maud, herken het er niet meer tegen kunnen. Irak, Afghanistan, Darfur, tsunami, kindersoldaten, hongersnood en tegelijkertijd idiote miljonairs die voor 25 miljoen euro gaan vakantievieren bij de NASA.Om nog maar te zwijgen van de islam. Ik vind deze vormgeving (de tekst, het koor, het water, de rotzooi, de techniek, het acteren) zo ongelooflijk briljant, geweldig, totaal passend in het theater, zo’n slim antwoord op de vraag: wat doet het theater in deze tijd? Hoe geeft het commentaar op wat er allemaal gebeurt aan erge dingen.
En geweldig om deze goeie, bekende acteurs zich ondergeschikt te zien maken aan het ensemble.
Het is geestig, het is schokkend, triest, totaal herkenbaar en zo’n ongelooflijk slimme insteek.
Ik kan er niet over uit. Ik vind het een meesterwerk.
En die geweldige eindzin: ‘was het leven maar een toneelstuk en was ik maar die hond’ (die wegloopt als het te erg wordt, als er te hard wordt geschreeuwd).
Ik wou dat ik beter onderlegd was, zodat ik dit beter kon duiden, maar volgens mij, als dit een Amerikaans stuk was, dan was het meteen een wereldhit.
Ok, genoeg. Ik ga misschien een beetje te ver. Maar ik had er zoveel ellende over gelezen en ik was nieuwsgierig en bereid een rotavond te hebben en dan dit. Zo te gek.

MB gezien 10/04/2007

Soms heb je, vooraf aan een voorstelling, het idee dat hetgeen je gaat zien bij voorbaat alleen maar kan tegenvallen. De verwachtingen voor, in dit geval, de Graaf van Monte Cristo, waren hooggespannen door alle goede recensies die ik gelezen had. Bovendien had ik, bij een uitzending van Kunststof, mij al verheugd op de uitvoering van de muziek door musicus en componist Harry de Wit.

De voorstelling haalt net mijn verwachtingen, en dat heeft te maken met de knappe wijze waarop het oorspronkelijke verhaal van Alexandre Dumas over Edmont Dantés (de graaf van Monte Cristo) vertaalt is van roman naar een toneelstuk. Het verhaal van Dumas kent 1400 pagina’s en wordt gekenmerkt door verschillende uitwijdingen in het verhaal wat voor een voorstelling niet te doen is. Ook het acteerwerk van de cast vond ik erg goed, en ook de vondsten die Harry de Wit heeft gevonden voor het nabootsen van allerlei geluiden vond ik erg knap.

Minpunt aan de voorstelling vind ik de duur van het stuk. Ruim drie uur voor een bekend verhaal kan lang zijn, maar gelukkig verveelt de voorstelling van het Nationale Toneel niet en wisselen scénes zich snel af. Een aanrader voor een ieder die wel even de tijd heeft en bekend is met het verhaal. Wie niet bekend is met het verhaal kan de inleiding bezoeken die ook bij de voorstelling die ik bezocht heb werd gegeven door een dramaturg. Op die manier krijg je diverse handvatten aangereikt om alles goed te kunnen volgen.

JeroenB gezien 08/04/2007

Alle Toneelhuis-makers maken een episode uit het boek van Julian Barnes en Cassiers knoopt het conceptueel aan elkaar. Terugkerende elementen zoals de houtworm, de Titanic en de Ondergang van de Medusa staan in dienst van een visie op het theater als Ark, als plek waar de geschiedenis waarachtige leugen kan worden. De verschillende losse stukjes zijn alleen erg mager; alleen Lotte van den Berg’s deel, een tableau met blinden, werkt de gelaagdheid van de thematiek goed uit. Maar als geheel is het toch denk-theater, waarvan ik in Nederland de laatste jaren veel te weinig zie.

Simber gezien 06/04/2007

Drie geweien, met daarbij de aanmerking dat ik vooral met afstandelijke bewondering heb zitten kijken, en dat het voor mij weinig emotionele impact had. Maar prachtig decor, mooi gespeeld en een mooie, Donnie Darko achtige verhaallijn.

Simber gezien 04/04/2007

Enige tijd geleden werkelijk genoten van “De Eeuw van mij dochter.” Een sterke en leuke tekst, uitstekend spel en een originele regie. En bovenal, de goede synergie tussen deze drie. Wij vonden het een staande ovatie waard en kunnen het iedereen aanraden die zich ook zorgen maakt over de vertrutting van Nederland.

MenM gezien 21/03/2007

In het vierde deel van zijn tiendelige project MightySociety behandelt regisseur Eric De Vroedt het thema globalisering. De wereld is plat en vernetwerkt; belminuten zijn goedkoop, overal is internet; bedrijven zijn bezig met outsourcing, uitbreiden, fuseren, splitsen; mensen migreren; goedkope arbeidskrachten in slechte omstandigheden; eten of gegeten worden; altijd uitbreiden; de wereld als marktplaats. Hoe verbeeld je zo’n abstract, veelzijdig en dynamisch begrip als globalisering op een theatrale manier?
De Vroedt vindt de sleutel door de grote abstractie van het thema te ondervangen door de gevolgen ervan zeer concreet te verbeelden in zijn personages. Hij introduceert een modern grachtengordelgezin: moeder Henriëtte, Europees politica, zoon Bas-Jan, de recalcitrantie zelve en haar vriend Dick, keiharde zakenman met mondiaal succes. De keuze voor de moeder als vertegenwoordiger van de controlerende macht en de vader als vertegenwoordiger van de producerende macht is slim gekozen. De zoon doet zich voor als filmend journalist en is de recalcitrantie zelve. De gesprekken binnen het gezin zitten vol met talige spitsvondigheden en snijden terloops grote thema’s aan. Ze zijn echter ontdaan van iedere compassie. Deze mensen houden niet van elkaar, ze houden vooral van zichzelf. Henriëtte zwelgt in haar macht in het Europees parlement, Dick verdient simpelweg zoveel mogelijk geld en Bas-Jan voedt zichzelf met cynisme over zoveel hypocrisie.
Dan wordt aangebeld en laat Bas-Jan ineens een wildvreemd echtpaar binnen. Ze zijn door en door burgerlijk. Na een korte periode van onderlinge plichtplegingen wordt duidelijk dat de man een ex-werknemer is van het bedrijf van Dick. Hij is gestopt omdat hij de ontmenselijking en het gebrek aan waardering niet meer aan kon. En nu komt hij verhaal halen. Er ontspint zich een thrillerachtig plot. Dick, ‘Groene Ondernemer van het Jaar’, blijkt wat minder groen te zijn als gedacht als blijkt dat hij al jaren, achter de rug van vriendin Henriëtte om, smerige Chinese fabrieken opkoopt om daarmee bergen Europese milieusubsidie binnen te kunnen halen. Het grootste gedeelte van de subsidies steekt hij echter in eigen zak. Dick bekent, maar voegt er gelijk aan toe, dat er niets illegaals is aan zijn activiteiten. Henriëtte is wel wat verbaasd, maar komt al gauw tot het visionare inzicht dat dingen ‘nu eenmaal zijn zoals ze zijn’. Zoontje Bas-Jan blijkt vervolgens het brein te zijn achter de ontmoeting met de inmiddels woedend geworden ex-werknemer en het geheel begint steeds meer op een soort gijzeling te lijken. Het slot van het stuk is echter nogal teleurstellend: keiharde ondernemer Dick komt tot inkeer. Niet erg geloofwaardig en het haalt een stuk scherpte van het verhaal weg. Dit is echter maar een klein smetje op een verder werveld stuk. De personages worden goed neergezet en met name Els Ingeborg Smits als politica Henriëtte is zeer sterk. Gemeende communicatie is haar volkomen vreemd, een ideologie heeft ze niet, maar ze lijkt er nauwelijks onder te lijden.

De Vroedt’s missie is te prijzen, omdat hij de moeite neemt een ingewikkeld thema dat vaak slecht begrepen en belicht wordt, transparant te maken voor zijn publiek. Hij doet dit bovendien niet op tendentieuze of belerende wijze. Hij gebruikt in het stuk de verschillende personages om een rijkdom aan ideeën, ideologieën en strategieën over globalisering te presenteren, die een lange researchperiode verraden. Bovendien krijgt het publiek in de vaak gebruikelijke sideshows – debatten, gesprekken of lezingen na afloop van de voorstelling – de kans zelf actief mee te doen aan het globaliseringsdebat. De Vroedt zelf is overigens duidelijk over zijn kijk op globalisering: “De angsten die de wereldwijde productie -en informatiestroom oproept, wil ik serieus nemen. Dat probeer ik te laten zien. Het neo-liberalisme is te ver doorgevoerd, en overal heerst het efficiency-denken.”

Rjean gezien 31/03/2007

geestig, soms ontroerend, soms te dik aangezet. Het geheel vond ik wonderachoon
Wie niet naar deze voorstelling gaat, is gek

Ettie Hut

e.h. gezien 07/04/2007

‘Maeterlinck’ of ‘Marthaler’?
Maeterlinck, de nieuwste co-productie van Toneelgroep Amsterdam en NTGent wordt groots en uitgebreid ingeleid op de website van de Toneelgroep. Men vindt er naast een inleiding op het stuk, een biografie van de wereldberoemde gastregisseur Christoph Marthaler, een biografie van de eveneens wereldberoemde decorontwerpster Anna Viebrock én een biografie van de naamgever van de voorstelling, de Gentse symbolistische schrijver Maeterlinck. Verder kun je je dan nog verdiepen in een artikel over de rol die de muziek speelt in het werk van regisseur Marthaler. Hoewel alle achtergrondinformatie op nogal hoogdravende toon wordt gebracht, voedt het toch de verwachting: zoveel getalenteerde personen die samen een voorstelling maken met een tekst van een Nobelprijswinnaar, dat moet wel iets heel bijzonders opleveren!

Na het eerste half uur van de voorstelling wordt het echter duidelijk dat deze hoop ijdel blijkt te zijn. We kijken naar een mistroostig naaiatelier in textielstad Gent ten tijde van het fin-de-siècle. Lelijk hard TL-licht uit industriële lampen. De naaisters zitten laag op de kapotte tegelvloer aan ratelende naaimachines. De machines ratelen soms hard, dan weer zacht, of helemaal niet. De variaties zijn duidelijk bedacht en hebben daarom iets pretentieus. Echt interessante ritmes levert het namelijk niet op. Hun chefs staan -in een wel een hele duidelijke metafoor- een richeltje hoger te kijken, soms een lap stof op te vouwen, meestal niks te doen. Ondertussen speelt de fabriekspianist Satie ter impressionistische vervreemding en wordt er af en toe een liedje of een psalm gezongen. Hoewel enige samenhang of opbouw in de muziek volledig ontbreekt (de term spanningsboog lijkt Marthaler in dit stuk volkomen vreemd te zijn), is er met de technische behandeling van de muziek niks mis. Het is heel knap hoe de groep, bestaande uit overwegend acteurs, zo’n sterke samenzang weet te realiseren.
Het tempo waarin de handelingen in Maeterlinck zich voltrekken is traag. Heel traag. Marthaler wil ons blijkbaar duidelijk maken dat deze mensen al het besef van tijd kwijt zijn in hun uitzichtloze levens. Er hangt dan ook een stilstaande klok in de fabriekshal. Dit principe is voor de toeschouwer na tien minuten echter wel duidelijk. Marthaler verheft deze tergende strategie echter tot vormprincipe voor het hele stuk. Dit is ook hoe hij muziek gebruikt, zelden als kunst-op-zichzelf, des te vaker als vehikel voor het overbrengen van de uitzichtloze traagheid. Wellicht was het interessanter geweest om de toeschouwer na een minuut of tien de mogelijkheid te geven deze tergende traagheid voor de rest van het stuk te extrapoleren en in plaats daarvan een verhaal te vertellen of in ieder geval énige actie te laten ondernemen door de acteurs.
Marthaler heeft enig plot, alsmede enige mogelijkheid om je te identificeren met de personages, natuurlijk opzéttelijk weggelaten. Met wat voor doel echter? Om de toeschouwer de ruimte te geven om een ware ‘esthetische ervaring’ te krijgen? Om werkelijk een transformatie in onze tijdsbeleving te voelen? Andere recensenten spreken van een poëtische of muzikale ervaring. Ik voelde me door Marthaler niet serieus genomen. Ik geniet net zo graag van een poëtische of muzikale ervaring, maar niet als deze zo obligaat wordt opgelegd, en dan nog met zulke karige flarden van poëzie en muziek.
Er wordt binnen verschillende kunstdisciplines vaak gesproken over de ‘kunst van het weglaten’. In dit geval had Marthaler dit principe wat mij betreft echter wat minder rigoreus mogen toepassen en enige ruimte kunnen bieden voor enige plot- dan wel karakterontwikkeling. Ik geloof dat het stuk daardoor niet zijn – volgens sommigen - poëtische kracht zou zijn verloren en tegelijk wel een stuk beter te verteren zou zijn geweest voor de toeschouwers die het niet ophebben met traagheid en schraalheid. Op die manier waren we wellicht ook wat dieper in het werk van de schrijver Maeterlinck doorgedrongen. Want het stuk mag dan Maeterlinck heten, wellicht was in deze uitvoering ‘Marthaler’ een betere naam geweest.

Rjean gezien 06/04/2007

Wat is Janni Goslinga gegroeid in haar rol zeg! Tijdens de eerste voorstellingen, ruim drie jaar geleden, nog erg vlakjes. Nu, in de laatste week van de herneming, heel overtuigend. Natuurlijk, de dubbelrol van Hans Kesting als oplossing voor het vertrek van Pierre Bokma blijkt heel geslaagd. En het enigszins kuisen van de vrijscène is een goede en functionele beslissing. Want nu zeurt daar tenminste niemand meer over. Toch is het vooral het uitstekende spel van Janni Goslinga waardoor de voorstelling vanavond veel evenwichtiger lijkt dan in november 2003. Ja, lijkt. Ik ben voorzichtig. Herinneringen kunnen bedrieglijk zijn. Want is de slotmonoloog van Halina Reijn nou echt zoveel minder intens als toen? Hoe dan ook, na meer dan tachtig voorstellingen en meer dan veertig minirecensies (een record op Moose neem ik aan) is het bijna voorbij. Morgen de laatste voorstelling. Vandaag neem ik alvast het gif maar mee, dat Lavinia op een verkreukeld papier de zaal ingooit. Als herinnering.

RiRo gezien 06/04/2007
<< < 152153154 > >>
Syndicate content