Talkshow en Sitcom in een theater, en dan geïmproviseerd. Best erg knap, ze hadden als gast Emile Ratelband, dus dat was meteen er hard in. De band (ben de naam vergeten, er zat een Femke in) was leuk, beetje Amerikaans. Echt een aanrader, hoewel Pepijn wel een klein theater voor zoiets is.
Ehm, Frederique, die dikke meneer heeft een naam: Marcel Musters. En die mevrouw heet Maria Goos. Die kan inderdaad niet acteren, maar daarom hoef jij nog niet leuk of onbeschoft te doen. Want die meneer en die mevrouw zijn geen circusaapjes die voor jou een kunstje hebben gedaan, en die derhalve zo diep beneden jouw stand zijn dat je niet eens de moeite hoeft te nemen hun namen op te zoeken. Ik vind de dingen van de Mug en van Maria Goos altijd nogal self-congratulatory altijd. En nu weer. Maar het is onontkoombaar lief en integer gemaakt.
Weinig woorden voor nodig om dit stukje vakwerk te beschrijven. Het is een van de mooiste voorstellingen die ik heb gezien omdat het je elke seconde raakt. Het is gemaakt door de toppers in Nederland; regie: Pieter Kramer, muziek: Raymund van Santen en decor van Niek Kortekaas dus het mag ook wel wat zijn maar de makers hebben zichzelf dit keer weer overtroefd!!! Hulde en gaat dat zien!
Jenny B.
Vijf kwartier duurt het. De eerste drie zijn gaap. Want die mevrouw kan niet acteren. En uit solidariteit doet die dikke meneer dat dan ook maar niet. Die vertelt dus ook over zijn moeder gewoon zoals hij thuis praat. Gaap, gaap, gaap. Maar dan. Na drie kwartier. De dikke meneer speelt dat hij zijn moeder is. Die moeder vertelt over zichzelf en over de relatie met haar man. Wauw. Ik zit op het puntje van mijn stoel. Dan probeert die mevrouw in het laatste kwartier ook haar moeder na te doen. Kan ze dus niet. Gaap dus weer. O ja, de moeder van die dikke meneer heet Thea, en die van de mevrouw Rietje. Hoe de hond heet weet ik niet. Want er doet dus ook nog een hond mee.
Zoals in muziek de stiltes tussen de noten net zo belangrijk zijn als de noten zelf, zo zijn ook bij een monoloog de stiltes wezenlijk. Het kan dan ook niet anders dan dat regisseur Provily een absoluut gehoor heeft voor zulke stiltes. Want net als eerder in 4.48 Psychose is hij er ook nu in geslaagd de acteur ertoe te bewegen haast onbeweeglijkheid te blijven en daarnaast een gepast zwijgen in acht te nemen tussen zijn woorden. Over de tekst kun je van mening verschillen, die werd op verzoek van Saad El Hamus geschreven door Ko van den Bosch. Dus dat valt buiten de verantwoordelijkheid van de regisseur. Maar voor dat waar hij wel verantwoordelijk voor is, voor de manier waarop Saad El Hamus acteert en voor de evenwichtige compositie van het geheel, kan Provily wat mij betreft na vanavond genomineerd worden voor de titel ‘Meester van de Monologenregie’.
Met 50 middelbare scholieren zat ik daar in dat kitscherige theater ademloos 3,5 uur naar de meest indringende beelden van Halina Reijn en anderen te kijken. Bloot, kaal, razendsnel schakelend van de ene naar de andere emotie met mooi gebruik van de videocamera en muziek. Leerlingen die nog nooit theater hadden gezien waren sprakeloos van zulks indringends. Het naakt op en neer springen van ‘die man van het Klokhuis’ maakte ze niet eens giechelig. Helaas moest ik mijn tranen bedwingen om als een echte juf de lln. weernaar huis te begeleiden.
Net als waarschijnlijk velen in de zaal was ik gelokt door de kans om Gijs Scholten van Aschat en Ariane Schluter weer samen te zien spelen. In Demonen was ik hier ook erg van onder de indruk. En ze hebben ook zeker niet teleurgesteld. Wat een sterk spel deze voorstelling! Enige minpuntje daarvan was misschien dat daardoor het spel van de andere, veelal jongere, spelers een beetje weg leek te vallen.
Wat ik waarschijnlijk als een van de weinige in de zaal had, (doordat over het algemeen de gemiddelde leeftijd deze avond in de koninklijke schouwburg niet echt heel laag was) was een vreemdsoorting deja vu gevoel. Het is namelijk de eerste keer dat ik voor het eerst het verhaal van een toneelstuk al eerder had gezien in een moderne versie als film, namelijk “Cruel intentions”. Dat heeft er voor mij voor gezorgd dat ik behalve van het toneelstuk, decor, taalgebruik en spel ook kon genieten van het vergelijken, en uiteindelijk heeft dat er toe geleid dat ik nu geen tomaat geef voor de lengte van het stuk, dat ik anders wellicht als te lang beschouwd zou hebben. In totaal is het eigenlijk wel gewoon een goede voorstelling.
Even voor Vanessa; waarom is de schouwburg nou ineens weer een rukplek? Omdat die voorstelling van Lotte van den Berg daar speelt en er niet in past ofzo? Ik vond Winterverblijf een lange, taaie zit. In het begin dreigt het allemaal te persoonlijk te worden, maar het eind is het juist niet persoonlijk genoeg en verzandt de boel in heilig gedoe met figuranten, De Ruimte en de (voor mij) oninteressante vraag wat echt is in theater en wat niet? Wat kan mij het schelen of iets echt is, zolang het me maar ontroert, laat lachen of irriteert… De integriteit van de maakster is opvallend en prijzenswaardig, maar wordt er door haarzelf met haar speechje in het begin ook wel erg bovenop gelegd. Uiteindelijk weet de voorstelling niet goed wat ‘ie wil zijn. En als je kanonnen als Heuer en Roofthooft aan boord hebt, vind ik dat je beter van hun expertise gebruik kan maken dan dit bangige aanschurken tegen hun talent.
Het is niet de eerste keer dat ik na een voorstelling van Lotte van den Berg nazorg nodig heb. Eigenlijk wil ik dan in een soort Dries Verhoeven-achtig hotel in een bedje kunnen kruipen en dat dan iemand een dekentje over me heen legt. Maar ja, dan sta je dus in de Stadsschouwburg. Getverderrie. Een tomaat voor de schouwburg. Wat een ruk plek. Sowieso had ik dit veel liever in de kleine zaal gezien. Het beklemmende, indringende, kwetsbare, (al die cliche woorden die mij te binnenschieten, maar niet helemaal recht doen aan wat er op toneel gebeurt) het vervliegt een beetje.Voorstelling deed me aan Stillen denken. Een soort vervolgonderzoek. Vond het soms wel erg moeilijk, maar het greep me ook weer bij de keel. Gewei voor Marlies Heuer en haar theeceremonie. Gewei ook voor het opbeurende liedje van Judith Vindevogel (coole naam trouwens ). Tomaat voor het kuch-publiek. Maar dat ik me daar zo onwijs aan erger, zal wel weer mijn manier zijn om de voorstelling toch een beetje te ontwijken.
Door het karikaturale spel van de hoofdrolspeelsters, werd het stuk een irritante voorstelling. De karakters van de oude dames deden afbreuk aan het spel van de anderen. Het decor en de belichting maakten gelukkig een en ander goed.