In Onschuldig speelt Kristel een onzekere 30-er die niet weet wat ze met haar vriend moet, en besluit daardoor te gaan paaldansen
Kristel vertaalt haar iritaties in een vlijmschrepe conferance!
scherpe monologen en super goed acteer werk wisselen elkaar af en de voorstelling krijgt daardoor een goede structuur!
Wil je een hele avond in een deuk liggen?
GA NAAR ONSCHULDIG!
ze neemt de spot met zichzelf wat erg leuk en grappig is om naar te kijken!
ze gaat volgend jaar met onschuldig in reprise en ze tourt door heel nederland dus GA KIJKEN!
In een woord geweldig!
in De wilde frisheid is Claudia goed!
In Claudia zuigt Nog Beter!
En In HLM is Claudia super!
-goed verhaal
-mooie liedjes
- heel grappig, maar ook wel serieus
-Genomieneerd voor neerlans hoop!
- En met deze voorstelling stond ze in carre!!
Lucky Bastard gaat over de zoektocht naar geluk. Het wordt gespeeld door 17 jongeren die ieder op hun eigen manier op zoek zijn naar geluk, met hun eigen problemen en hun eigen vragen over geluk. Het zoeken naar geluk is op zich een tijdloos onderwerp (Socrates wordt er zelfs bijgehaald), maar toch hebben ze het klaargespeeld om de voorstelling actueel te houden. Het wordt gespeeld door de jongeren van nu, met taalgebruik van nu en eigentijdse humor.
Je word meegesleurd van filosofieën naar grapjes, van dialogen naar dans, van honden naar muziek, van Marokkaans naar Nederlands, van eigen bedachte teksten naar die van Beckett. De voorstelling zou nog iets vloeiender kunnen lopen en heel soms waren de teksten niet helemaal te verstaan maar al met al was het een geweldige voorstelling. De voorstelling laat je lachen, ontroert je en zelfs erna blijf je nog een tijdje nadenken over wat je hebt gezien en gehoord. De kracht van dit toneelstuk ligt voor een groot deel in de overtuiging waarmee deze jongeren het kunnen brengen. De dingen die ze zeggen lijken ze ook echt te menen – en waarschijnlijk is dit voor een deel ook echt zo.
Dit alles maakt deze voorstelling een heerlijke, energieke, razende, meeslepende voorstelling waardoor je je echt een lucky bastard voelt dat je ernaar mag kijken!
Hoewel ik wist dat de voorstelling nog in ontwikkeling is, wilde ik toch al op Oerol naar deze nieuwe Kassys. Want van Liga, hun vorige, was ik behoorlijk onder de indruk. In het midden van de speelvloer zit Esther Snelder met haar hand tegen een propje te tikken, links daarvan krabt Liesbeth Gritter, met haar been katachtig gestrekt, ongegeneerd in haar kruis, daar weer iets achter gaat Ton Heijligers heel omstandig verliggen. We kijken naar drie huisdieren, en naar hoe die met elkaar omgaan. Zo fraai verbeeld, dat alleen dat al een prachtige voorstelling zou zijn. Maar er is meer. Op de achtergrond geprojecteerd zien we gefilmde gesprekken van twee vrouwen en een man. Ze heten Esther, Liesbeth en Ton, en in zinnen die letterlijke afkomstig zijn uit reality televisie geven ze commentaar op elkaars gedrag en beschrijven ze hun gevoelens. De bewegingen van de huisdieren op de voorgrond corresponderen met die teksten en geven er een extra betekenis aan. Omgekeerd voegen die gefilmde fragmenten ook aan de bewegingen een extra dimensie toe. Want ze maken ons erop attent dat we de neiging hebben om aan gedrag van (huis)dieren menselijke motieven en emoties toe te dichten. De voorstelling is nog niet af, met de geweien ben ik dus nog een beetje voorzichtig. Maar het ziet er nu al zo schitterend uit dat het me niet zou verbazen als straks op het Over het IJ Festival blijkt dat het er eigenlijk vijf of zes zouden moeten zijn.
Omdat all flights are cancelled, brengen gestrande passagiers de nacht door in de vertrekhal van een vliegveld. Tot nu toe was de voorstelling alleen in het Appeltheater te zien, maar op Oerol moeten we ervoor naar De Vertrekhal (van de boten van Terschelling naar Harlingen), de mooiste locatie die je ervoor kunt bedenken. Hoewel de flyer vermeldt dat Geert de Jong verantwoordelijk is voor tekst en regie, wordt er niet gesproken. We krijgen dus zwijgende stereotiepen te zien, man van middelbare leeftijd in een foute regenjas, vrouw in verondersteld pikante lingerie (want rood en zwart), bejaarde dame met een urn als handbagage, en ga zo maar door. Met die cliches wordt vervolgens niets anders gedaan dan ze in een voorspelbare volgorde tonen. Niet door mimespelers, maar door (gewone) acteurs (die dus niet mogen doen waar ze misschien wel goed in zijn, een fraaie tekst zeggen bijvoorbeeld). Het is niet echt heel vervelend, maar door de voorspelbaarheid wel saai. Is het dan tenminste mooi om te zien? Nee, zegt de deskundige die me vanavond vergezelt (ze leert door voor theatervormgeving), nee, ook vanuit dat oogpunt is het een teleurstellende voorstelling. Gelukkig is het Oerol, daar duurt teleurstelling nooit lang.
Ze flikken het weer. Een jaar geleden was Totaal Thomas, de voorstelling over het leven en werk van Thomas Bernhard, al een van de hoogtepunten van het festival. Dit jaar bereikt De Warme Winkel met Rainer Maria, misschien wel een nog grotere hoogte. In een briljante mix waarbij alle uitersten worden opgezocht, van sereen gefluisterde versregels tot woest agressieve fysieke uitbarstingen wordt de dichter Rilke tot leven gebracht. Vincent Rietveld is met zijn meesterlijke dictie natuurlijk de acteur bij uitstek om alleen al met zijn stem te betoveren, Jeroen de Man zijn ideale tegenpool die moeiteloos van het ene temperament naar het andere schakelt. De actrices, Maria Kraakman en Mara van Vlijmen, hebben een wat meer dienende rol, maar ook die twee imponeren, al is het maar met hun fraaie mimiek. Het kan toch niet zo zijn dat deze voorstelling alleen op Oerol is te zien. Oké, er wordt met water gegooid en met zand, maar zelfs dat is prachtig gechoreografeerd, zoals alles in deze voorstelling kunst ademt, de kostuums, de bewegingen, de muziek. Kunst die vermaakt, dat wel, maar die ondertussen wel gaat over kunst die uit noodzaak is geboren.
Voor mij de lelijkste Tjechov die ik ooit zag. Lelijk omdat Dirk Tanghe karikaturen maakt van de personages. Ze zijn lelijk, doen lelijk en onecht, luisteren niet naar elkaar, grijnzen voortdurend gemeen. Alleen Kostja is goed. Heel goed. Hij moet de hele voorstelling dan ook met de tranen in zijn ogen spelen. En op het laatst blijkt ook Nina een beetje goed. De rest is slecht en moet dood. Wat voor theoretische verhaaltjes je er ook op loslaat, deze regie vermoordt vooral het stuk. De spelers verdienen het enige gewei, omdat ze doen wat ze moeten doen van Dirk Tanghe, de een wat beter dan de ander.
een zeer verrassende Meeuw die alle karakters in hun zielige groteskheid neerzet. De mens die totaal mislukt in zijn eigen wereldje leeft zonder oog te hebben voor de noden van de ander. Een Meeuw die durft de karakters als karikaturen van zichzelf neer te zetten in een zeer boeiende zetting. Het spelen voor opendoek, de scene overgangen. Alles begon met een zeer pakkende opening, het laten zien van alle karakters en eindigde in een zeer verrassende neergezette eindscene. Een voorstelling die je meerdere keren wilt zien, omdat er scenes in scenes worden gespeeld. Ieder karakter wil je apart kunnen volgen, wil je nader kunnen aanschouwen. Een zeer boeiende voorstelling die naar bleek bij de nabespreking niet bij iedereen in de smaak viel, maar die mijn inziens door iedere theaterliefhebber aanschouwt zou dienen te worden.
‘Edward Edward’ is een goed en vlot door Frans-Jan Snelders geregisseerde jeugdvoorstelling over prins Edward die liever met zijn beste vriend wil regeren dan met een prinses.
De wisselingen zijn snel maar duidelijk, de acteurs spelen razend enthousiast en het is overtuigend hoe met minimale middelen een volle wereld met vele personages wordt weergegeven.
De tekst van Gijsje Kooter schakelt sterk tussen het koningssprookje en de theatrale werkelijkheid. Acteurs vragen of ze al mogen opkomen of becommentarieren dat ‘dit geen happy end is’.
Dat geeft het een extra laag, maar het is ook grappig en geeft tijd voor korte bezinning. Verder bevat het stuk veel hylarische oneliners zoals ‘ik voel een gedicht opkomen’.
Hoogtepunt is het moment dat de hele hofhouding beseft dat de het standbeeld dat al dagen in de tuin staat, de prinses blijkt te zijn. Om te zien hoe een serieus onderwerp, licht en vol humor gespeeld kan worden, daarvoor moet je naar ‘Edward Edward’.
Geweien voor: het idee en het lef om deze stukken op deze manier op te voeren en vorm te geven; het vooruitzicht om ongeveer 6 uur toneel te gaan zien en daarbij te mogen bewegen; de magistrale toespraak van Antonius na de dood van Caesar (die alleen al is de moeite van het gaan waard, het was het enige moment dat me echt ontroerde, terwijl ik wist dat ik gemanipuleerd werd, briljant); de liefdesscenes tussen Cleo en Anton; de meeste scenes met Cleo en haar vrouwen, sensueel en levendig; het duidelijke verschil tussen het Egyptische en het Romeinse kamp met name vlak voor de 2e slag; het idee om Brutus, ongeveer als Bush, in vrijetijdskleding met pet op de samenzweerders te laten ontvangen; Eelco Smits als Decius en Ventidius, erg leuk om naar te kijken en voor mij een ontdekking (in Coriolanus had ik hem nog niet ontdekt, maar dat was misschien omdat ik toen nog op het podium zat, niet de beste plek om het acteren goed te zien); Enobarbus (Barry Atsma) die op het balkon van de schouwburg, in het volle zicht van het Leidsepleinpubliek zijn schaamte over zijn overlopen uitschreeuwt; de leesband/krant (hoe heet dat?)die o.a. het scoreverloop van Nederland-Servië toont, leuk!; de geweldige musici die op allerlei subtiele, originele manieren de tekst illustreren en ondersteunen en soms, tijdens de oorlogen, donderend, dreigend en opwindend geluid maken.
Tomaten voor: het vele zicht op het publiek, er is zo’n verschil in aanwezigheid en concentratie tussen acteurs en publiek, het stoort me en leidt me af; de vele versprekingen, ok die acteurs zijn erg moe, logisch, maar toch, kanonnen als Derwig en Kesting doen het niet, althans niet zo dat ik het merk; Cleo die het over Octavius Caesar heeft, waar het Julius moet zijn; Goslinga die ‘Antonio’ zegt ipv Antonius, jezus!; het trage tempo van Coriolanus en een gedeelte van Julius Caesar, dit is wel Shakespeare, jongens, hoge energie gevraagd, was er niet; de echte (!) slang die Cleo moet doden, maar die door Nietvelt met kreetjes van afkeer wordt gehanteerd, leuk en authentiek, maar meer geschikt voor een lachscene dan voor de tragische sterfscene van een moedige koningin. En überhaupt het ontbreken van enige ontwikkeling bij Cleo.
Echter, desalniettemin, heel bijzondere ervaring.