Een reeks monologen over/door de vrouwen achter de mannen met macht, zgn. First Ladies. Geschreven door verschillende, veelal beginnende, schrijvers. Gespeeld door de (naar eigen zeggen) ‘betere amateurs’ van Theatergroep Toetssteen. Dat viel tegen. Er wordt slecht gespeeld, maar goed, het zijn amateurs, dus misschien mag je de voorstelling daar niet op afrekenen. Het is zeer statisch geregisseerd: de vrouwen vertellen hun verhaal rechtstreeks tegen een publiek, keurig om de beurt. Wat de onderlinge samenhang tussen deze vrouwen is moet je zelf maar bedenken. Bovenal is de kwaliteit van de teksten over het algemeen bedroevend: verder dan de documentatiemap zijn veel schrijvers niet gekomen. Een theatertekst schrijven is veel, veel meer dan de juiste feiten op een rijtje zetten, daar een soap-saus van alledaagse ellende overheen gieten (“mijn man begrijpt me niet”) en dat af maken met een zo mogelijk nog alledaagsere conclusie (“ik moet voor mezelf kiezen”). Theater vraagt eerst en vooral om emotie, dames en heren schrijvers!
Persoonlijke dieptepunten waren Mevrouw Mao (gespeeld als een zottin met raar Martin-Brozius-‘pinda, pinda, lekker, lekker’-accent), Mevrouw Bouterse (raffelt de decembermoorden onverstaanbaar af in drie zinnen tekst) en Mevrouw Clinton (ze beweert uit liefde naast haar man te zijn blijven staan). En die Clinton-broddeltekst is zelfs nog geschreven door één van de artistieke leiders van Toetssteen ook, begreep ik uit de folder. Dat belooft niet veel goeds voor toekomstige projecten.
Persoonlijk hoogtepunt was Mevrouw de Bruin, die Eva Braun blijkt te zijn: goed gespeeld, goed geschreven met een twist die me aan ‘Siegfried’ van Harry Mulish deed denken.
O ja, bijna vergeten: het slotbeeld, alle vrouwen dansend met elkaar, met lichtgevende ballen stuitert om hen heen op hele lelijke, te harde muziek, dat kan echt niet. Wat een lelijkheid. Jaren zeventig buurthuis theater.